
Verschoppelingen
Lachend ging de man naar binnen, waar men zeer vreemd opkeek, dat er nog zoo laat belet werd gevraagd. Gelukkig herinnerde de freule zich terstond het aardig herdertje.
|„Ge moet hem even allen zien — zei ze — dan zal ik alleen wel verder met hem afhandelen."
Haar lachend gelaat deed een ...

Verschoppelingen
„Wil je nog koffie, Marie? "
„Heb je nog een beetje ? Maar ze is koud; je moest ze warm kunnen maken !"
„Als 't niet zoo Iaat was, zou ik nog wel een vuurtje maken ; maar ik ben te ver van mijn stookpaats. Je mag 't niet overal doen: er zou brand komen en al de hei ging verbranden en de g ...

Verschoppelingen
„Maar begrijp je 't wel goed? Als de barmhartigheid wreed is, wat is dan wel de hardvochtigheid en boosheid van de goddeloozen ? "
„Daar zeg je wat, Marie ! Daar heb ik nooit aan gedacht."
„Denk daar eens over na ; maar geef mij eerst wat van je koffie, als je over hebt: ik heb dorst en h ...

Verschoppelingen
's Avonds vertelde hij aan Hillebrand de ontmoeting met Marie, en deelde hem het goede mee, dat hij gehoord had : dat er in Delberg een mooi gebouwtje werd gezet, waar Zondagsschool gehouden en 's avonds het Evangelie gepredikt zou worden ; dat het aantal leerlingen nog altijd toenam en Mark Mons ...

Verschoppelingen
Paul bewonderde zijn vriendin. Wat had zij den Heere veel lief! Hij had dat nooit kunnen toonen, omdat hij nooit iets zijn eigen had kunnen noemen : niets dan dat kwartje van Ferdi, dat Hilda zich had toegeëigend.
„En vindt je moeder het ook goed, dat je nu weggaat ? "
„Nou ! die is 't he ...

Verschoppelingen
Wat had hij nu van avond weer veel te vertellen thuis ! En die lekkere reepen chocolade ; ze waren met hun elven, elk een partje van een reep en dan schoot er nog één partje over voor voor Geertje, de kleinste ; die mocht wel twee partjes hebben, omdat ze de kleinste was.
Aan Virginie en Augu ...

Verschoppelingen
„Dan zal je zeker den Goeden Herder niet kennen ? "
Ze moest het zijn !
„Nou, of ik Dien ken ! Dat is Jezus de Zaligmaker !"
Hij zag een blijden glans over 't gelaat der dame komen.
„Ken je Hem wel goed ? "
„Goed juffer ? Ik ken Hem nog beter dan de schapen mij kennen. Bleutje ...

Verschoppelingen
Paul gaf zoo goed acht op alles, dat de herder al spoedig de heele kudde aan hem alleen toevertrouwde. En intusschen leerde hij zóó met breien aan, dat hij weldra ook wol en naalden meenam naar de hei.
lederen morgen trof hem bij vernieuwing de gelijkheid van zijn wandeling achter de schapen ...

Verschoppelingen
Hillebrand had zijn vrouw al gezegd, dat Paul herder zou worden, en dat vond ze een mooi idee.
„Kun je breien, Paul ? " , , Nee, vrouw !" „Nou, dan zal ik 't je leeren."
Bij den avondmaaltijd zat het heele gezin om de tafel. Wat had die Paul een schik, dat alles daar zoo vriendelijk, vrij ...

Verschoppelingen
HOOFDSTUK XI.
Even buiten Delberg kreeg het landschap een armelijk aanzien. De boomen langs den weg naar Winnewoud geleken niets dan zieketierige staken met een schamel pluimpje van bruin groen in den top. Het gras, dat er op de bermen groeide, was eigenlijk geen gras : ...