
Verschoppelingen
Hoofdstuk IV.
Daar kwam het rammelgerij van Koen : nu zou Paul spoedig weten, wat hij te doen had.
Zoodra de jongen zijn baas eenigszins kon opnemen, merkte hij, dat de man goed had verdiend ; want hij was aardig beschonken. Hij hoorde 't ook aan de zware spraak. „Ko ...

Verschoppelingen
Nu werd er door allen één voor één een tekst opgezegd en daarna op dezelfde wijze nog een andere tekst. Waar de kinderen al die wijsheid vandaan haalden, kon de jongen maar niet begrijpen : ze zeiden allen precies hetzelfde.
Maar nu kwam het!
Aan de kinderen werd gevraagd, of ze een konin ...

Verschoppelingen
„Paul! op zij, jongen!" zei Mark, die nooit de minste vrees voor welken hond ook had gekend, en hurkte terstond zoo !aag mogelijk bij den grond om den hond te lokken.
't Beest raakte daardoor met zich zelf verlegen, schudde even den kop, kwispelstaartte, kwam nader, liet zich door Mark streel ...

Verschoppelingen
Paul zag Mark Mons aan en merkte dat die altijd maar knikte, dat het goed was. Welnu, hij wilde nu ook wel eens wat zeggen, en aarzelend stak hij zijn hand op. Wat Mark Mons daarvan wel zou zeggen ! Want misschien was het vertelsel van de drie wenschen toch wel waar.
De meester knikte hem toe ...

Verschoppelingen
„Ja, dat weten we wel. — Je vindt het toch goed, dat ik Paul meegenomen heb, niet waar ? "
„O, best ! •— ik bedank er je wél voor, hoor !"
"En voortaan mag hij altijd wel even mee loopen, niet waar ? "
" Zeker, zeker 1 't is goed ; dat hij wat leert!"
Ze waren in de bocht, vlak bi ...

Verschoppelingen
't Was een kostelijke najaarsavond. De maan, zich zelf bijna verbergend in een groot nest van nevel-licht, gaf geen volle klaarte, maar scheen al wat zich roerde of vast stond in de wijde omgeving enkel met lichte nevels te omsluieren. 't Leek of heel langzaam wolken van licht in allerlei richtin ...

Verschoppelingen
't Was een klein mager manneke ; maar zeer schrander en bovenal goed en vriendelijk en altijd gereed om anderen te helpen. Zijn vrouw Betje, alleen bij dien naam of als „Kuipersche" bekend, was krachtiger van gestalte, doch loverigens in alles zijn evenbeeld.
Ze woonden in een net, nog al rui ...

Verschoppelingen
Met Mark Mens zou hij eens over de klompen spreken : die zou goeden raad geven, want wat niemand wist, dat wist zijn beste vriend.
Koen en Hilda wilde hij maar liever alles toegeven ; die tien gulden mochten ze best houden. .Alleen één kwartje zou hij er gaarne van hebben, om er fatsoenlijke ...

Verschoppelingen
Voor Koen en Hilda deed hij zijn uiterste best. Maar — de armvoogden merkten dat en vonden, dat de jongen goed zijn eigen kost en kleeren vei-dienen kon. Teun Dolle kwam er met Koen en Hilda over spreken, en de menschen speelden verbazend op, maar ze wilden toch Paul niet missen, zelfs al gaf de ...

Verschoppelingen
Het vertrek van Mark Mons had Paul zoo uit zijn gewonen doen gebracht, dat hij vergat, dat hij nu al dertien jaar was. En toch had dat vertrek hem aan de tien gulden jaarlijks doen denken. Misschien was 't tóch van zijn vriend ! Nu kón hij 't weten en nu wilde hij 't weten ! Hij ging naar den arm ...