
Verschoppelingen
„Een nieuw logeetje voor 't slot !" zei hij, terwijl hij de paarden aan den korten teugel omwendde. Hij beklom de bok, en 't rijke gespan liep weer huiswaarts.
Mevrouw Van Olmwold wist niet, wat van de zaak te moeten denken, toen ze, door 't raam, het rijtuig met Marie er in terug zag keeren. ...

Feuilleton.
Zelf aangegrepen door het indrukwekkend oogenblik, door die schare, allen met ontbloot hoofd en betraande oogen, en nog 't meest door die zeldzaam machtige woorden van de laatste bladzijde des Bijbels, verhief zich zijn stem zoo krachtig, dat de hooge muren van Koenkestel de woorden terug kaatste ...

Feuilleton.
Hij hield op, en wilde de hand van Marie loslaten, doch nu hield zij de zijne vast. 't Werd zoo rustig in haar hart bij 't hooren van die woorden uit dien mond : ze had daar willen blijven staan, als de oude heer maar zóó door sprak. Als die vreemde menschen, de dokter, de predikant en mijnheer A ...

Verschoppelingen
Op het slot en in den tuin heerschte onder heel het dienstpersoneel de feestelijke drukte, die aan den grooten dag voorafging : er was zooveel te bezorgen, maar elk volvoerde de opdracht met energie en blijheid, alsof allen deelgenooten zouden zijn van het groote geluk, leder was het zich bewust, ...

Feuilleton.
55) Voor zijn huisgenooten en zijn vader bleef hij uiterllik de geloovige Paul. Hij redeneerde altijd liefst uit de Schrift, en niemand merkte het, dat het hoe langer hoe meer zijn hart koud liet. Hij ging even trouw naar Kerk en Zondagsschool als altijd, bleef streng voor zich zelf, toegeeflijk ...

Verschoppelingen
„Jij hebt dus wél den Bijbel gelezen en gelooft er niet aan. Ik lees er veel In, en voor mij is 't zeker, dat God daarin tot mij spreekt. Houd je mij voor gelukkig, of ongelukkig ? "
Ze keken elkander vlak in de oogen.
„Ik houd he voor nog al gelukkig."
,,Ben jij gelukkig, Wüsting ! m ...

Verschoppelingen
„Nu ben ik zoo blij, mijnheer! Ik dank u, en ik dank freule Virginie en ik dank u allemaal. Nu zal ik gauw naar huis loopen en 't Marie vertellen."
Hij begon reeds te groeten en zette zich in beweging om heen te gaan.
„Maar jongen, dat is bijna drie uur loopen, en 't is nacht. Je hebt het ...

Verschoppelingen
Lachend ging de man naar binnen, waar men zeer vreemd opkeek, dat er nog zoo laat belet werd gevraagd. Gelukkig herinnerde de freule zich terstond het aardig herdertje.
|„Ge moet hem even allen zien — zei ze — dan zal ik alleen wel verder met hem afhandelen."
Haar lachend gelaat deed een ...

Verschoppelingen
„Wil je nog koffie, Marie? "
„Heb je nog een beetje ? Maar ze is koud; je moest ze warm kunnen maken !"
„Als 't niet zoo Iaat was, zou ik nog wel een vuurtje maken ; maar ik ben te ver van mijn stookpaats. Je mag 't niet overal doen: er zou brand komen en al de hei ging verbranden en de g ...

Verschoppelingen
„Maar begrijp je 't wel goed? Als de barmhartigheid wreed is, wat is dan wel de hardvochtigheid en boosheid van de goddeloozen ? "
„Daar zeg je wat, Marie ! Daar heb ik nooit aan gedacht."
„Denk daar eens over na ; maar geef mij eerst wat van je koffie, als je over hebt: ik heb dorst en h ...